In de jaren rond 1700 waren de goede jaren van de Friese koopvaardij, vooral in Harlingen en Staveren, voorbij. Merkwaardigerwijs kwam juist toen de handelsvaart van kleine plaatsen als Makkum en Woudsend, en grotere als Leeuwarden en Dokkum tot bloei. Hoe is die tegenstrijdigheid te verklaren?

Een flink eind Duitsland in wordt nog – in kleine kringen – een vorm van Fries gebruikt: het Saterlands. Dit Oosterlauwers heeft het lang volgehouden omdat Saterland een roomse enclave was, en sinds omstreeks 1100 geïsoleerd in een veenlandschap lag. Tegenwoordig is er aandacht voor deze bijzondere taal.

Het komt de meesten van ons vreemd over, maar vissenhuid wordt al eeuwenlang en over de hele wereld gebruikt voor kleding, schoenen, werktuigen, foedralen, accessoires, handvatten van wapens en zelfs als schuurpapier. Het is een wonderlijk en veelzijdig materiaal, duurzaam, sterk en waterdicht.