De Romeinen hebben al oorlepels: het wroeten met een piepklein lepeltje in het oor is bij hen een normaal onderdeel van de persoonlijke hygiëne. Vikingen, ridders, en ook Nederlanders tot in de twintigste eeuw gebruiken oorlepels. De combinatie met een naald komt vaak voor. Archeologen vinden naald-oorlepels vaak op plekken waar ook vingerhoeden gevonden worden: de voormalige werkplaats van de kleermaker. Dat is heel praktisch: met een enkele handeling kan het oorsmeer direct worden gebruikt om de naald door sommige stugge stoffen te jassen.
Deze gouden oorlepel is natuurlijk niet van een kleermaker geweest. Fedt van Goslinga is een voorname vrouw die dit mooie dingetje misschien samen met een pincet, haarnaald of een sleutel in een buideltje aan haar gordel draagt.


































