Anna Maria van Schurman is de bekendste Nederlandse vrouwelijke geleerde in de 17de eeuw. Ze bestudeerde verschillende oosterse talen, het Latijn kende ze door en door. Anna Maria’s Land van Latijn was echter wel een ander land dan dat van haar collega-humanisten. Daarbij kwam: Anna Maria deed nooit iets ‘een beetje’. 

Latijn was de gemeenschappelijke taal van de universiteiten, dus ook die van Franeker. Colleges werden in het Latijn gegeven, alle belangrijke boeken waren in die taal. Hierdoor konden bijvoorbeeld buitenlandse studenten gemakkelijk aanschuiven. De dode taal verbond de geleerde wereld. Hoe ging dat in praktijk en waardoor ging Latijn ten onder?

Toen het academisch leven in de Republiek gedurende de 17de eeuw tot bloei kwam, had ‘Franeker’ een stevige status, want het was de op één na oudste universiteit van het land. En anciënniteit betekende wat in die dagen. Maar wat hield die rang in? Was Franeker daarmee ook de op één na belangrijkste universiteit van de Noordelijke Nederlanden?

Het Fries Landbouwmuseum heeft een nieuw onderdak gekregen in de zogenoemde W.C. de Groot-boerderij in Goutum. Een rijksmonumentale ‘pleats’ gelegen in de oksel van de Overijsselselaan en het Van Harinxmakanaal. Een boerderij met een bijzondere ontstaansgeschiedenis en een treffend onderkomen voor het museum.