Begin 16de eeuw was Harlingen weinig meer dan een vissersbuurtje. Maar het had een sterke basis voor spectaculaire groei: grondstoffen nabij voor nijverheid, een militair-strategisch sterke ligging en een dichtbevolkt achterland. Dat maakte Harlingen omstreeks 1600 tot de tweede stad van Friesland.

De aanschaf van een schouwstuk met een jachtscène prikkelden Rienk Bijma en Johan Jeltema tot een speurtocht naar de maker ervan. Dat bleek Otto de Boer sr. te zijn, geboren in Woudsend, en vanuit nieuwe standplaats Leeuwarden een gewild schilder van tal van genres, vooral katholieke

Tweehonderd jaar geleden verscheen De lape koer fen Gabe Skroor van de gebroeders Halbertsma. Begonnen als dun boekje, wordt het toch gezien als mijlpaal in de ontwikkeling van het Fries als literaire taal. Het is maar de vraag of de Halbertsma’s dat voor ogen hadden. In ieder geval was het iets volkomen nieuws, deze Lapekoer.

IJslandse schapen hebben een vacht die uitstekend geschikt is voor kleding: zachte, lange en sterke vezels die goed isoleren en bovendien waterafstotend zijn. Geen wonder dat de IJslandse bevolking dit schapenras koestert. Maar hoe kwamen van deze wol gemaakte kousen in Harlingen terecht?